De burgerij (Les Bourgeois)
Paroles: Jacques Brel, adap: Ernst van Altena. Musique: Jean Corti 1965 "J'arrive"
Dronken, dol en dwaas
Beet ik in mijn bier
Bij de dikke Siaam uit Monverland
Ik dronk een glas met Klaas
Ik dronk een glas met Peer
En sprong er aardig uit de band
Die klaas hij voelde zich een Dante
Die Peer wou Casanova zijn
En ik de superarrogante
Ik dacht dat ik mezelf kon zijn
En om twaalf uur als de burgertroep
Huisging uit hotel de Goudfazant
Dan scholden wij ze poep
En zongen vol vuur
pet in de hand
Burgerij, mannen van het jaar nul
Vette burgerklik
Vette vieze varkens
Burgerij tamme zwijnenspul
Al die burger is is een ouwe…
Dronken, dol en dwaas
Beet ik in mijn bier
Bij de dikke Siaam uit Monverland
Ik dronk een vat met Klaas
Ik dronk een fust met Peer
En sprong er heftig uit de band
Klaas Dante danste als mijn tante
En Casanova was te bang
Maar ik de superarrogante
Was zelfs voor mezelf niet bang
En om twaalf uur als de burgertroep
Huisging uit hotel de Goudfazant
Dan scholden wij ze poep
En zongen vol vuur
pet in de hand
Burgerij, mannen van het jaar nul
Vette burgerklik
Vette vieze varkens
Burgerij tamme zwijnenspul
Al die burger is is een ouwe…
Elk instinct dwaas
Zoek ik mijn vertier
's Avonds in hotel de Goudfazant
Met meester-facteur Klaas
En met notaris Peer bespreek ik daar de avondkrant
En Klaas citeert eens wat uit Dante
Of Peer haalt Casanova aan
En ik ik bleef de superarrogante
Ik haal nog steeds mijn eigen woorden aan
Maar gaan wij naar huis
Meneer de brigadier
Dan staat daar bij die Siaam uit Monverland
Een hele troep gespuis
Dronken van al het bier
Dat zingt dan van
Burgerij, mannen van het jaar nul
Vette burgerklik
Vette vieze varkens
Ja meneer de brigadier
Ja dat zijn ze
Burgerij tamme zwijnenspul
Al die burger is is een ouwe…