In 1965 ontvluchtte de 17-jarige On-Chiu Cheung haar land voor het geweld dat haar familie werd aangedaan door de Chinese communisten. In Antwerpen begon ze een nieuw leven. Over de verschrikkingen die ze had meegemaakt - de vernedering, marteling en moorden - zweeg ze. Tot ze kanker krijgt en besluit de pijnlijke waarheid te vertellen.