Литмир - Электронная Библиотека
A
A

Volkmann arriveerde elke ochtend om zes uur bij zijn kantoor in de Bahnhofstrasse in Zürich, en hij vertrok weer om acht uur in de avond. Met tegenzin onderbrak hij deze regelmaat op zondag en tijdens de vakanties. Dan werkte hij thuis, minstens twaalf uur per dag. Volkmann dronk geen alcohol, hij rookte niet, en een moslim zou nog eerder varkenshoeder worden dan dat Volkmann een casino binnenstapte. Hij was zestig jaar, tamelijk gezet en zijn haar was grijs. Zijn huid had dezelfde fletse kleur als zijn haar en achter zijn bril hadden zijn ogen een troebele kleur als van afwaswater. Hij droeg bij voorkeur ook grauwe kostuums, en al waren zijn overhemden hagelwit, ze leken toch grijzer te kleuren door zijn uitstraling.

Volkmanns ondergeschikten hadden hem nog nooit zien glimlachen, en al helemaal nooit horen lachen. Alleen een opmerkelijke verandering in de financiële wereld deed zijn mondhoeken nog iets naar beneden trekken.

De andere heren aan tafel waren even ernstig en hun toewijding aan geld was even intens. Ze waren bankpresidenten, en hun beslissingen hadden gevolgen voor miljarden dollars en miljoenen mensen. En deze dag waren ze bijeengekomen omdat het fundament van de wereldeconomie dreigde te verkruimelen.

Op de tafel voor Bern Volkmann bedekte een eenvoudige zwarte doek een klein rechthoekig voorwerp. Toen de heren allemaal waren aangeschoven, de glazen met water ingeschonken waren en de bedienden zich hadden teruggetrokken, strekte Volkmann zijn hand uit en trok de doek weg.

De bankiers aan tafel en hun gast behoorden tot de selecte groep mensen op aarde die amper reageerden op het voorwerp dat nu onthuld op tafel lag. Toch zag Volkmann dat zelfs deze geharde deskundigen niet elk spoor van emotie konden onderdrukken. Enkelen haalden wat dieper adem, een ander streek peinzend over zijn kin. Een volgende sperde zijn ogen even wat meer open, en keek snel om zich heen, alsof hij een seintje had gekregen tijdens het pokerspel. De overige zes miljard aardbewoners zouden hun mond van verbazing openen en naar voren komen om het voorwerp aan te raken, terwijl hun gedachten zich vulden met alles wat ermee mogelijk was.

Het rechthoekige broodje, met de trapeziumvorm, wordt een London Good Delivery genoemd. De vlakken straalden een botergele gloed uit, en het had een bijna olieachtige glans in de sfeervolle verlichting van de grote hal. Met een zuiverheid van 99,9 procent was deze staaf goud ongeveer 160.000 dollar waard.

'Heren, we hebben een crisis,' begon Volkmann in accentloos Engels. Hij sprak afgemeten en vormde elk woord zorgvuldig, zodat er geen misverstanden konden ontstaan. 'Zoals u allemaal weet zal de goudvoorraad spoedig uitgeput raken. In feite is de vraag veel groter dan het aanbod, en wel om een simpele reden. Sommigen van u zijn hebzuchtig geworden. Meer dan tien jaar geleden hebben velen van u de centrale bank in uw land benaderd met een voorstel dat toen voor iedereen gunstig leek. U, als bankiers, zou de goudvoorraad in deposito nemen, met de belofte de waarde terug te betalen tegen een rente van een kwart procent. Het goud, opgeborgen in de kluizen van New York, Parijs, Londen en elders, had geen waarde zo lang het uit de circulatie werd gehouden. Door een kwart procent rente te vergoeden zou het goud winst opleveren voor de centrale banken, zoals dat nooit eerder in de geschiedenis was gebeurd. Als het daarmee afgelopen was, dan zouden we nu geen crisis hebben. Maar het was niet afgelopen. U verkocht het goud op de markt, of gebruikte het als hefboom bij andere financiële transacties. In feite verkwanselde u een goudvoorraad die u alleen te leen had gekregen. De centrale banken stemden weliswaar in met deze gang van zaken, maar ze behielden het recht het goud op elk moment terug te eisen. Als dit in een enkel land of op kleine schaal was gebeurd, dan zou er voldoende goud op de markt zijn om teruggave mogelijk te maken.

Maar uw hebzucht kreeg de overhand. De stand van zaken is dat in de boeken van de centrale banken twaalfduizend ton goud, met een waarde van een biljoen euro vermeld staat, maar eigenlijk hangt en zit dat goud om de hals en vingers van dames overal ter wereld. Met andere woorden: het is verdwenen, heren.' Volkmann zweeg even.

'Enkele centrale banken zijn zich bewust van deze situatie, en ze strijken nog steeds een kwart procent rente op, maar andere banken vragen hun goud al terug. Twee jaar geleden kondigde de Franse nationale bank aan dat men een deel van de reserve wilde verkopen. We zijn bij elkaar gekomen om het geld bij elkaar te brengen voor de aanschaf van goud. Maar u herinnert zich dat de goudprijs in enkele weken met vijftig euro steeg, toen de handelaren beseften wat er moest gebeuren. De Fransen verkochten hun goud en de prijs stabiliseerde weer. Onze inspanning om die aanschaf mogelijk te maken kostte bijna een miljard euro. We hebben onze aandeelhouders verteld dat het een eenmalige afschrijving was, maar in werkelijkheid zullen we een dergelijke afschrijving elke keer moeten doen, als een centrale bank zijn goud terugeist.'

'Bern, we hebben geen behoefte aan een geschiedenisles,' zei een New Yorkse bankier geërgerd. 'Als je om je heen kijkt zie je dat enkele vertrouwde gezichten ontbreken, omdat ze op een zijspoor zijn gezet door hun directie.'

'Dat is nu wel het minste van onze problemen, meneer Hershel.' Volkmann keek de Amerikaan strak aan, en smoorde daarmee elke tegenwerping.

'Bankieren is een zaak van vertrouwen,' vervolgde hij. 'Iemand die werkt incasseert zijn salaris, geeft geld voor levensonderhoud uit en vertrouwt de rest toe aan een bank. Wat er daarna gebeurt begrijpt hij niet, en het interesseert hem evenmin. Hij heeft zijn taak vervuld door werkkracht in kapitaal om te zetten en hij vertrouwt erop dat wij daar zoveel mogelijk rendement uit halen. Wij lenen het geld uit aan ondernemers die nieuwe bedrijven opzetten, zodat nog meer mensen arbeid kunnen omzetten in kapitaal. En dat systeem werkt al eeuwenlang uitstekend.

Maar wat gebeurt er als het vertrouwen beschaamd wordt? We hebben bankschandalen gezien in het verleden, maar nu staan we voor een vertrouwenscrisis met ongekende proporties. De basis van het kapitaal, zoals regeringen dat gebruiken om de inwoners van een land gerust te stellen, dus hun goudreserves, zijn verkocht voor schuldbrieven. Wij kunnen onze toezegging aan de centrale banken niet nakomen. Er is niet genoeg goud beschikbaar om onze verplichtingen na te komen.'

'De goudwinning kan opgevoerd worden, zodat we meer tijd krijgen om te leveren.' De opmerking werd gemaakt door een Engelsman in een stemmig kostuum.

'Dat kan niet.' Het antwoord was kortaf en bot, en dat leek ook het karakter van de persoon die het gaf. De man sprak ook met een koloniaal accent.

'Meneer Bryce, wilt u dat wat nader verklaren?'

Bryce ging staan. Anders dan de andere heren had hij een gebruinde, verweerde huid en zijn blauwe ogen kneep hij voortdurend tot spleetjes. Zijn handen waren groot, met dikke knokkels. Hij was iemand die hard gewerkt had om rijk te worden: hij had gezwoegd op een manier die bankiers niet kennen.

'Ik ben uitgekozen om de Zuid-Afrikaanse mijnbouwbedrijven te vertegenwoordigen,' zei Bryce. 'Volkmann heeft me gezegd wat hier besproken zou worden, en daarom heb ik eerst overlegd met mijn mensen om u exacte informatie te kunnen geven. Vorig jaar heeft Zuid-Afrika ongeveer 3400 ton goud geproduceerd, met een kostprijs van zo'n 280 dollar per ounce. Dit jaar verwachten we hetzelfde tonnage, maar de kostprijs stijgt naar 318 dollar per ounce. De lonen zijn gestegen sinds het afschaffen van de apartheid, omdat de vakbonden meer macht hebben, en we worden zwaar onder druk gezet om de lonen verder te verhogen.'

'Niet toegeven aan die lieden,' merkte de president van de grootste Nederlandse bank op.

Bryce keek hem strak aan. 'Mijnbouw is geen lopende band-werk. Het kost jarenlange training om dat vak te beheersen. Een staking zou verlammend werken, en dat weten de vakbonden ook. Ze zien dat de goudprijs stijgt naar 500 dollar per ounce, en ze weten dat de mijnen geen verlies maken.'

17
{"b":"197120","o":1}