Литмир - Электронная Библиотека
A
A

De hijskabel werd gevierd van de vrij draaiende lier en de afstand tot deKrawerd groter. Cabrillo vermoedde dat eventuele smokkelwaar in die container was geborgen en hij bedacht dat ze met snel handelen misschien de vierende kabel konden vastmaken, voordat de container voorgoed verdween.

Alsof hij zijn gedachten had gelezen vuurde Mark Murphy een korte salvo af met de Gatling die in de boeg van de Oregon verborgen was. Vijftig patronen met verarmd uranium sloegen gaten in de romp van de Kra, ter hoogte van de waterlijn. Murphy richtte op een plek waarachter vermoedelijk geen brandstoftanks waren.

Die tanks waren een eind achter de gaten in de romp, maar de patronen troffen de munitiekamer van de piraten. De eerste explosie was betrekkelijk klein. Een vuurtong lekte uit het gat dat de Gatling had geslagen. De tweede ontploffing scheurde het dek open en sloeg een groot paneel weg. Vuur en rook wolkten op boven de trawler, en het schip maakte slagzij alsof het een salvo kanonschoten had afgevuurd. Cabrillo keek machteloos toe terwijl meer explosies het vissersschip aan flarden scheurden. Het stuurhuis verdween in een verzengende vuurkolom en daarna brak het achterdek open toen de brandstoftanks ontploften. Brokstukken en schroot regenden neer op de Oregon, en Cabrillo dook weg om niet geraakt te worden. De achterste lier van de vissersboot vloog over het achterdek van de Oregon, een kabel meeslepend die glansde in het maanlicht. De kiel van de Kra spleet op de plek waar het staal door de explosies was verzwakt. De rokende boeg zonk in het water, het achterschip verdween onder de golven, zodat de voorkant weer opdook, maar langzaam verdween de Kra onder water. Tussen de eerste voltreffers met de 20mm-kogels en het sissende wegzinken waren negentien seconden verstreken.

Juan kwam weer overeind en veegde bloed van zijn hand, die geraakt was door een stukje gloeiend metaal. Wrakstukken, niet groter dan het deksel van een vuilnisbak, dreven in een grote cirkel op het water. Het vreemde knetteren van brandende olie op de golven was het enige geluid toen de golven weer bedaarden. Er klonken geen kreten van gewonden, geen hulpgeroep van drenkelingen. Niemand had het inferno overleefd.

Juan bleef tien tellen roerloos staan, misschien wel een halve minuut, tot hij besefte dat er nog hoop was na dit debacle. De kabel die aan de zeecontainer van de piraten was bevestigd lag dwars over de Oregon, langzaam uitvierend omdat de container traag naar de zeebodem zonk.

'Een paar man naar het achterschip, om die kabel te zekeren,' commandeerde hij in zijn walkietalkie. 'En controleer het voordek, kijk of er overlevenden zijn.'

Hij draafde door het verlaten dekhuis, en sprong met vier treden tegelijk de trappen af om snel op het achterdek te komen. Daar waren al een paar matrozen bij de staalkabel. Omdat de liertrommel afwikkelde aan het andere uiteinde van de kabel was er weinig contragewicht voor de zinkende container. De stalen kabel schraapte over het dek, en rook van smeulende verf kringelde op.

Juan greep een stuk ketting naast een bolder. Hij sloeg de ketting enkele keren om de kabel waar die langs de reling liep en het andere eind om een kleine lier. De lier leek al jaren ongebruikt, maar met een druk op de knop startte de tweecilinder- motor onmiddellijk. De wrijving van staal op staal veroorzaakte een zurige stank, toen de schakels strak werden getrokken. De kabel bewoog langzamer, en de matrozen kregen de kans een lus te maken die ze om een kaapstander legden. De kabel kwam strak te staan, trillend als een snaar, maar brak niet.

Het duurde nog een paar minuten voordat de mannen de kabel beter gezekerd hadden en vastgemaakt aan de enige hijskraan op het achterdek van de Oregon. Eddie Seng en Linda Ross kwamen naast Juan staan, toen de mannen begonnen met het ophijsen van de zeecontainer. Seng was bleek en hinkte een beetje. Hij hield zijn hand tegen zijn borst gedrukt, op de plek waar de patronen hem geraakt hadden.

'Gaat het?' vroeg Cabrillo.

'Het doet alleen pijn als ik lach,' zei Eddie spottend.

'Dan zal ik je de mop vertellen van een hoer die met een papegaai en een rol muntgeld een kroeg binnenstapt.'

Eddie stak bezwerend zijn hand op. 'Alsjeblieft niet.'

Juan werd weer serieus. 'Hoe erg was het daar beneden?'

'Geloof het of niet, maar ik ben nog het zwaarst gewond. Verder alleen een hersenschudding en een kleine snijwond bij mijn mensen.'

'En die piraten?'

'Dertien gedood, twee gewond,' zei Linda. 'Julia denkt dat die twee gewonden binnen een uur ook bezwijken.'

'Verdomme.' Een lijkschouwing kon nog wel wat informatie opleveren, over de leeftijd en het ras van de piraten, maar geen gegevens over wie er achter deze aanvallen zat.

'Weg bij de reling!' riep een van de matrozen.

Het drietal deed een paar stappen achteruit toen de container uit zee werd gehesen. Water stroomde van de bovenkant en spoot uit de gaten die in de zijkanten waren geboord. De grote container zweefde over de reling en de kraanmachinist liet het gevaarte voorzichtig alsof het een ei was op het dek zakken. Iedereen kwam er omheen staan, allemaal met hun eigen verwachtingen wat ze in de container zouden aantreffen. Onwillekeurig dachten sommigen toch dat dit een piratenschat met goud en edelstenen was, alsof ze nog in de achttiende eeuw leefden.

Cabrillo had die illusie niet, maar hij was niet voorbereid op wat er tevoorschijn kwam toen hij de deuren opende. Een matroos kokhalsde toen tot hem doordrong wat hij zag. En zelfs Juan moest zijn kaken op elkaar klemmen, terwijl een golf maagzuur in zijn keel brandde. Uit de container golfden enkele tonnen zeewater en een kluwen van wel dertig naakte lijken over het dek van de Oregon.

Hoofdstuk 6

Het kasteel stond in een vallei aan de voet van de berg de Pilatus, even ten zuiden van Luzern. Met de trein was het niet ver naar Zürich. Hoewel het veertig kamers tellende kasteel de indruk wekte al generaties lang de omgeving te beheersen, was het pas vijf jaar eerder gebouwd. Met de traditionele steile leien puntdaken en schoorstenen, bood het een sprookjesachtige aanblik. De oprijlaan beschreef een wijde boog rond een enorme marmeren fontein, gedecoreerd met een tiental stenen nimfen die vanuit fraai bewerkte urnen water uitgoten in het bassin.

Rondom het grote huis stonden verscheidene stenen bijgebouwen, alsof er vroeger ook landbouw bedreven werd. Op de alpenweiden daarachter graasden bruine koeien, voorzien van bronzen bellen.

Zeven donkere limousines stonden geparkeerd bij de garage, en daarachter was een veld waar twee Aerospatiale Gazelle-helikopters geland waren. De piloten dronken koffie uit hun thermosflessen in de cockpit van de ene zakenhelikopter.

De topontmoeting van de Europese ministers van Financiën in Zürich trok weinig aandacht van de media, omdat er geen belangrijke resultaten werden verwacht. Maar het was wel een excuus voor de heren die vergaderden in het kasteel om op hetzelfde moment in dezelfde stad te zijn. Ze ontmoetten elkaar in de grote hal, een hoge ruimte met eiken lambriseringen en aan de wanden veel geweien, opgezette koppen van wilde zwijnen en grote Zwitserse alpenhoorns die kruislings waren opgehangen boven de manshoge open haard.

Omdat Zwitserland een belangrijk centrum voor financiële instellingen is, wekte het geen verbazing dat de vijftien heren allemaal, uitgezonderd één, de grootste bankconcerns van Europa en Amerika vertegenwoordigden.

Aan het hoofd van de vergadertafel zat Bernhard Volkmann. Opgevoed in een streng rooms-katholiek gezin door zijn vader die bankier was, had Volkmann de religie al jong verwisseld voor een ander geloof: het geloof in rijkdom. De wisselkoers werd zijn god, en contant geld werd zijn eucharistie. Hij was een hogepriester in de financiële wereld, gerespecteerd om zijn toewijding en een beetje gevreesd vanwege zijn sterke drijfveren. Elke dag en elke handeling was gericht op meer geld bijeenbrengen, voor zijn bank, en voor hemzelf. Volkmann had een echtgenote, omdat het van hem verwacht werd, en hij had drie kinderen omdat hij zich af en toe veroorloofde bij haar te slapen. Hij beschouwde het als een noodzakelijke afleiding van zijn zakelijke bestaan, maar hij kon zich geen verjaardag van zijn kinderen herinneren. En hij wist ook niet wanneer hij zijn jongste zoon, een eenentwintigjarige student — hij meende aan de Sorbonne — voor het laatst had gezien.

16
{"b":"197120","o":1}