Bankmedewerker: Dank u. Welk type rekening wilt u openen? (Спасибо. Какой тип счета вы хотите открыть?; dank u – спасибо; welk type rekening – какой тип счета; wilt u – вы хотите; openen – открыть; rekening – счет).

Klant: Een betaalrekening, alstublieft. (Текущий счет, пожалуйста; een betaalrekening – текущий счет; alstublieft – пожалуйста; betaalrekening – текущий счет).

Bankmedewerker: Natuurlijk. Wilt u ook een bankpas? (Конечно. Хотите ли вы также банковскую карту?; natuurlijk – конечно; wilt u – вы хотите; ook – также; een bankpas – банковская карта; bankpas – банковская карта).

Klant: Ja, graag. (Да, пожалуйста; ja – да; graag – пожалуйста).

Bankmedewerker: Goed. Kunt u hier tekenen? (Хорошо. Можете здесь подписаться?; goed – хорошо; kunt u – вы можете; hier tekenen – подписаться здесь; tekenen – подписывать).

Klant: Natuurlijk. (Конечно; natuurlijk – конечно).

Bankmedewerker: Dank u. Uw rekening is nu geopend en uw bankpas wordt binnen een week naar uw adres gestuurd. (Спасибо. Ваш счет теперь открыт, и ваша банковская карта будет отправлена на ваш адрес в течение недели; dank u – спасибо; uw rekening – ваш счет; is nu geopend – теперь открыт; en – и; uw bankpas – ваша банковская карта; wordt gestuurd – будет отправлена; binnen een week – в течение недели; naar uw adres – на ваш адрес).

Klant: Dank u wel voor uw hulp! (Спасибо за вашу помощь!; dank u wel – спасибо; voor uw hulp – за вашу помощь; hulp – помощь).

Bankmedewerker: Graag gedaan. Fijne dag verder! (Пожалуйста. Хорошего дня!; graag gedaan – пожалуйста; fijne dag verder – хорошего дня).

Диалог 4: Обмен валюты в банке

Klant: Goedemiddag! Ik wil graag euro's omwisselen naar dollars. (Добрый день! Я хотел бы обменять евро на доллары; goedemiddag – добрый день; ik wil graag – я хотел бы; euro's – евро; omwisselen – обменять; naar dollars – на доллары).

Bankmedewerker: Natuurlijk. Hoeveel euro's wilt u omwisselen? (Конечно. Сколько евро вы хотите обменять?; natuurlijk – конечно; hoeveel – сколько; euro's – евро; wilt u – вы хотите; omwisselen – обменять).

Klant: Ik wil graag vijfhonderd euro omwisselen. (Я хотел бы обменять пятьсот евро; ik wil graag – я хотел бы; vijfhonderd – пятьсот; euro – евро; omwisselen – обменять).

Bankmedewerker: Begrijp ik het goed, vijfhonderd euro naar dollars? (Я правильно понял, пятьсот евро на доллары?; begrijp ik het goed – я правильно понял; vijfhonderd euro – пятьсот евро; naar dollars – на доллары).

Klant: Ja, dat klopt. (Да, правильно; ja – да; dat klopt – правильно).

Bankmedewerker: De huidige wisselkoers is 1 euro tegen 1,1 dollar. (Текущий обменный курс: 1 евро = 1,1 доллара; de huidige wisselkoers – текущий обменный курс; is – есть; 1 euro tegen – 1 евро против; 1,1 dollar – 1,1 доллара).

Klant: Dat is prima. Hoeveel krijg ik dan in dollars? (Это нормально. Сколько я получу в долларах?; dat is prima – это нормально; hoeveel – сколько; krijg ik – я получу; dan – тогда; in dollars – в долларах).

Bankmedewerker: U krijgt vijfhonderdvijftig dollar. (Вы получите пятьсот пятьдесят долларов; u krijgt – вы получите; vijfhonderdvijftig – пятьсот пятьдесят; dollar – долларов).

Klant: Dank u. Hier zijn mijn euro's. (Спасибо. Вот мои евро; dank u – спасибо; hier zijn – вот; mijn euro's – мои евро).

Bankmedewerker: Dank u wel. Hier zijn uw dollars en uw ontvangstbewijs. (Спасибо. Вот ваши доллары и ваша квитанция; dank u wel – спасибо; hier zijn – вот; uw dollars – ваши доллары; en – и; uw ontvangstbewijs – ваша квитанция).

Klant: Dank u! Fijne dag verder. (Спасибо! Хорошего дня; dank u – спасибо; fijne dag verder – хорошего дня).

Bankmedewerker: Graag gedaan! Tot ziens. (Пожалуйста! До свидания; graag gedaan – пожалуйста; tot ziens – до свидания).

Диалог 5: Запрос кредитной карты

Klant: Goedemorgen! Ik wil graag informatie over uw creditcards. (Доброе утро! Я хотел бы получить информацию о ваших кредитных картах; goedemorgen – доброе утро; ik wil graag – я хотел бы; informatie – информация; over uw creditcards – о ваших кредитных картах).

Bankmedewerker: Goedemorgen! Natuurlijk, welke vragen heeft u? (Доброе утро! Конечно, какие у вас вопросы?; goedemorgen – доброе утро; natuurlijk – конечно; welke – какие; vragen – вопросы; heeft u – у вас есть).

Klant: Wat zijn de voorwaarden voor het aanvragen van een creditcard? (Каковы условия для запроса кредитной карты?; wat zijn – каковы; de voorwaarden – условия; voor het aanvragen – для запроса; van een creditcard – кредитной карты).

Bankmedewerker: U moet een vaste inkomen hebben en een bewijs van woonadres. (Вы должны иметь стабильный доход и доказательство адреса проживания; u moet – вы должны; een vaste inkomen – стабильный доход; hebben – иметь; en – и; een bewijs van woonadres – доказательство адреса проживания; vaste – стабильный; inkomen – доход; bewijs – доказательство; woonadres – адрес проживания).

Klant: Hoe lang duurt het om de aanvraag te verwerken? (Сколько времени занимает обработка запроса?; hoe lang – сколько времени; duurt het – это занимает; om de aanvraag te verwerken – чтобы обработать запрос; aanvraag – запрос; verwerken – обрабатывать).

Bankmedewerker: Het duurt meestal ongeveer een week. (Обычно это занимает около недели; het duurt – это занимает; meestal – обычно; ongeveer – около; een week – неделя).

Klant: Wat zijn de jaarlijkse kosten en de rentevoet? (Каковы годовые расходы и процентная ставка?; wat zijn – каковы; de jaarlijkse kosten – годовые расходы; en – и; de rentevoet – процентная ставка; jaarlijkse – годовые; kosten – расходы; rentevoet – процентная ставка).

Bankmedewerker: De jaarlijkse kosten zijn vijftig euro en de rentevoet is vijftien procent. (Годовые расходы составляют пятьдесят евро, а процентная ставка составляет пятнадцать процентов; de jaarlijkse kosten – годовые расходы; zijn – есть; vijftig euro – пятьдесят евро; en – и; de rentevoet – процентная ставка; is – есть; vijftien procent – пятнадцать процентов).

Klant: Dat klinkt redelijk. Hoe kan ik een aanvraag indienen? (Это звучит разумно. Как я могу подать заявку?; dat klinkt redelijk – это звучит разумно; hoe kan ik – как я могу; een aanvraag indienen – подать заявку; indienen – подавать).

Bankmedewerker: U kunt het formulier hier invullen en uw identiteitsbewijs en bewijs van inkomen bijvoegen. (Вы можете заполнить форму здесь и приложить удостоверение личности и доказательство дохода; u kunt – вы можете; het formulier – форма; hier invullen – заполнить здесь; en – и; uw identiteitsbewijs – ваше удостоверение личности; en bewijs van inkomen – и доказательство дохода; invullen – заполнять; bijvoegen – прикладывать).

Klant: Dank u. Ik zal het nu invullen. (Спасибо. Я заполню это сейчас; dank u – спасибо; ik zal – я буду; het nu invullen – заполню это сейчас).

Bankmedewerker: Prima. Laat het me weten als u hulp nodig heeft. (Отлично. Дайте мне знать, если вам нужна помощь; prima – отлично; laat het me weten – дайте мне знать; als u hulp nodig heeft – если вам нужна помощь; hulp – помощь; nodig – нуждаться).

Klant: Dank u wel voor uw hulp. (Спасибо за вашу помощь; dank u wel – спасибо; voor uw hulp – за вашу помощь).

Bankmedewerker: Graag gedaan. Fijne dag verder! (Пожалуйста. Хорошего дня!; graag gedaan – пожалуйста; fijne dag verder – хорошего дня).

Диалог 6: Открытие сберегательного счета

Klant: Goedemiddag! Ik wil graag een spaarrekening openen. (Добрый день! Я хотел бы открыть сберегательный счет; goedemiddag – добрый день; ik wil graag – я хотел бы; een spaarrekening – сберегательный счет; openen – открыть).