De kleine prinses heeft – in De kleine prinses maakt projectmanagement stoer - bewezen dat ze door haar onbevangen houding in staat is om lastige projecten te managen. Op basis van deze reputatie vraagt professor Wijsman, een vriend van haar voormalige opdrachtgever Otto de Graaf, haar om een uit de hand gelopen project verder te leiden, Project C. De kleine prinses voert opnieuw gesprekken met haar grote broer Bas Berend, professor Wijsman en neef Arthur en komt tot inzichten op het gebied van de chaostheorie en chaordische projecten, Rijnlands versus Angelsaksisch, werken op basis van vertrouwen en nog meer. Ze laat zien hoe je een project kunt leiden door het los te laten, in plaats van meer te structureren. Door de ogen van de prinses biedt dit inzichten in de dilemma’s van moderne projectmanagers. Aan het eind van dit sprookje slaagt de prinses erin om Project C tot een succesvol resultaat te leiden door het verweven van deze nieuwe inzichten met traditionele denkwijzen.